Een collega binnen je organisatie neemt de rol van tolk op tijdens het gesprek.
Opgelet. Deze persoon is geen professionele tolk. Er zijn risico’s.
Wanneer?
Werk je voor een lokaal bestuur, overheidsinstelling of een organisatie of vzw met een taak van algemeen nut? Check dan eerst of je collega een andere taal mag gebruiken volgens de taalwetgeving.
Een collega zet je best enkel in bij eenvoudige en praktische gesprekken. Je kan een collega inzetten als tolk wanneer jij en je gesprekspartner geen gemeenschappelijke taal spreken op voldoende niveau voor het gesprek.
Zet bij complexe en emotionele gesprekken een sociaal tolk in. Deze is daarvoor opgeleid en beschikt over de nodige competenties. Wil je je collega inzetten bij complexe of emotionele gesprekken? Bespreek dit dan eerst met deze persoon en je gesprekspartner.
Zet je regelmatig collega’s in om te tolken? Dan maakt dat best deel uit van een ruimer taalbeleid.
Hoe?
- Bepaal of je collega de taal voldoende beheerst voor het gesprek.
- Vraag of je collega tijd heeft om te tolken.
- Maak duidelijke afspraken over:
- privacy;
- wat je collega moet doen als die iets niet begrijpt;
- wat je verwacht: alle informatie tolken, de gesprekspartner aan het woord laten, …
- Wees je bewust van de risico’s:
- Je kan de privacy van de hulpvrager niet verzekeren.
- Je collega tolkt de boodschap misschien niet correct of niet volledig, zeker als die de nodige talen niet voldoende beheerst. Dat zorgt voor ruis op de communicatie.
- De collega antwoordt mogelijk zelf, in de plaats van de hulpvrager.
- Ook in de andere richting is rolverwarring mogelijk. Je collega neemt (een deel van) jouw rol als hulp- of dienstverlener over in plaats van enkel te tolken.
- Spreek altijd in duidelijke taal.
- Ondersteun je gesprek met foto’s en ander beeldmateriaal, non-verbale communicatie, een vertaalapp, …
- Merk je dat het gesprek niet vlot loopt? Zet een ander taalhulpmiddel in. Bekijk het overzicht van taalhulpmiddelen of doorloop het beslismodel.