Taalniveau inschatten

Wil je je gesprek in het Nederlands voeren? Schat dan in of je gesprekspartner het Nederlands voldoende beheerst.

Ook als je een contacttaal gebruikt, is het nodig dat zowel jij als je gesprekspartner deze taal voldoende beheersen. Hoe complexer het gesprek, hoe hoger het nodige taalniveau.

Hoe?

Baken eerst goed af welk type gesprek je gaat voeren. Bepaal vervolgens of jij en je gesprekspartner het bijhorende taalniveau voldoende beheersen. Dat doe je aan de hand van onderstaande voorbeeldvragen en duiding.

Heel eenvoudig gesprek

Kenmerken:

  • Erg kort
  • Praktisch
  • Duidelijk gestructureerd
  • Niet emotioneel geladen
  • De gesprekspartner levert weinig input

Voorbeelden:

  • Personalia bevragen
  • Afspraak maken voor een diepergaand gesprek
  • Doorverwijzing
  • Document meegeven
  • Herinneren aan al gekende procedure
  • Openingsuren meegeven

Nodige taalniveau voor een heel eenvoudig gesprek

Je gesprekspartner kan antwoorden op dit type vragen:

  • Hoe gaat het met je?
  • Hoe heet je?
  • Waar woon je?
  • Hoe oud ben je?
  • Wat is je job?

Je gesprekspartner kan:

  • zeer eenvoudige vragen over zichzelf, gezin, woonplaats of werk begrijpen en beantwoorden, als je langzaam en duidelijk spreekt en zaken herformuleert of herhaalt;
  • een beperkte woordenschat hebben;
  • tijd nodig hebben om te antwoorden.

Bekijk een filmpje met info over het nodige taalniveau

Basisgesprek

Kenmerken:

  • Kort gesprek
  • Duidelijk gestructureerd
  • Niet emotioneel geladen
  • De gesprekspartner levert weinig input

Voorbeelden:

  • Korte intake
  • Invullen formulier zonder vaktaal
  • Procedure uitleggen
  • Verblijfskaart vernieuwen
  • Uitleg over schoolreis
  • Inschrijven in school
  • Inschrijven voor sportcursus
  • Werking bibliotheek uitleggen

Nodige taalniveau voor een basisgesprek

Je gesprekspartner kan antwoorden op dit type vragen:

  • Waar volg je Nederlandse les?
  • Hoeveel keer per week volg je Nederlandse les?
  • Wat doe je graag in je vrije tijd?
  • Waar heb je gestudeerd?
  • Waar heb je gewerkt?
  • Wat is je moedertaal en welke talen spreek je?
  • Kan je iets vertellen over je familie?

Je gesprekspartner kan:

  • een kort, sociaal gesprek voeren, als je langzaam en duidelijk praat en bereid bent te helpen;
  • een gesprek begrijpen over een vertrouwd onderwerp en van direct belang;
  • basisinformatie geven;
  • tijd nodig hebben om te antwoorden.

Bekijk een filmpje met info over het nodige taalniveau

Gemiddeld gesprek

Kenmerken:

  • Lang
  • Ongestructureerd
  • Heeft geen grote gevolgen voor de gesprekspartner
  • Niet emotioneel geladen
  • De gesprekspartner geeft veel input
  • Je legt vaktermen uit tijdens gesprek

Voorbeelden:

  • Uitgebreide intake met vragen over studies, werkervaring, toekomstperspectief, interesses, ...
  • Oudercontact

Nodige taalniveau voor een gemiddeld gesprek

Je gesprekspartner kan antwoorden op dit type vragen:

  • Welke job doe je nu? Wat zijn de voor- en nadelen van je job? Hoe heb je deze job gevonden?
  • Welke opleiding heb je gevolgd? Als je opnieuw kon kiezen, zou je dan een andere studie kiezen?
  • Waarom heb je gekozen om in België te wonen?
  • Huur jij je woning? Heb je al problemen gehad in je woning? Welke?

Je gesprekspartner kan:

  • een eenvoudig gesprek aan het loket voeren als je rustig en duidelijk spreekt, herhaalt en tijd geeft om vragen te stellen;
  • kort en langzaam een mening geven over een vertrouwd onderwerp;
  • de hoofdlijnen begrijpen in een gestructureerde presentatie;
  • nog tijd nodig hebben om te antwoorden.

Bekijk een filmpje met info over het nodige taalniveau

Complex gesprek

Kenmerken:

  • Lang
  • Ongestructureerd
  • Kan grote gevolgen hebben voor de gesprekspartner
  • Emotioneel geladen
  • De gesprekspartner geeft veel input
  • Je gebruikt veel vaktermen

Voorbeelden:

  • Gesprek over voorwaarden leefloon
  • Uitzettingsbevel
  • Medisch gesprek
  • Gesprek over mentale gezondheid
  • Gesprek over gedragsproblemen op school
  • Slechtnieuwsgesprek

Nodige taalniveau voor een complex gesprek

Je gesprekspartner kan antwoorden op dit type vragen:

  • Wat zou jij veranderen aan het schoolsysteem in Vlaanderen?
  • Welke energie gebruik jij om je woning te verwarmen? Welke soorten energie ken je nog?

Je gesprekspartner kan:

  • een probleem uitleggen aan een balie en het gesprek voeren om tot een oplossing te komen;
  • vertellen over een emotionele gebeurtenis;
  • argumenten verwoorden in een discussie;
  • met moedertaalsprekers normaal uitwisselen en dialect begrijpen;
  • het nieuws op tv begrijpen;
  • op een normaal tempo spreken.

Bekijk een filmpje met info over het nodige taalniveau

ERK-berg

Ook de ERK-berg kan helpen. ERK staat voor Europees Refentiekader voor Talen.

Deze geeft een duidelijk beeld van hoe een traject Nederlands leren verloopt. Met behulp van de ERK-berg kan je je eigen taalniveau en dat van je gesprekspartner inschatten.

Meer weten?

Hoe leer je Nederlands als tweede taal? Waarom leert de ene persoon sneller Nederlands dan de andere? Bekijk het filmpje.
 

Afbeelding

DELEN