Taalhulp

Een taalhulp is een vrijwilliger die een niet-complex gesprek omzet van de ene taal naar de andere.

Taalhulpen hebben slechts een korte opleiding gevolgd. Ze zijn geen gecertificeerd tolk.

Wanneer?

Je kan een taalhulp inschakelen wanneer jij en je gesprekspartner geen gemeenschappelijke taal spreken op voldoende niveau voor het gesprek. Je kan een taalhulp inzetten bij eenvoudige, praktische gesprekken.

Dat wil zeggen dat het gesprek:

  • een vaste en eenvoudige gespreksstructuur heeft;
  • weinig input vereist van de anderstalige gesprekspartner;
  • en weinig specifieke en technische terminologie bevat.

Hoe?

Voor het gesprek

  • Ga na of je lokaal bestuur of je organisatie een taalhulpenpool heeft. 
      
  • Ga na welke taal je gesprekspartner spreekt.
Document

Tijdens het gesprek

  • Spreek altijd in duidelijke taal. De taalhulp zal je boodschap niet vereenvoudigen of verder toelichten aan je gesprekspartner.
      
  • Breng de boodschappen één voor één. Stop regelmatig zodat de taalhulp kan tolken.
      
  • Spreek je gesprekspartner rechtstreeks aan. De taalhulp tolkt in de ik-vorm.

Zeg niet, gericht aan de taalhulp: “Zeg aan mijn cliënt dat ik graag uitleg wil geven over de dienstverlening. Zeg haar dat het belangrijk is dat ze weet wat ze mag verwachten van ons.” 
Zeg wel, rechtstreeks aan je cliënt terwijl je die aankijkt: “Ik wil je graag uitleg geven over onze dienstverlening. Het is belangrijk dat je weet wat je mag verwachten van ons.”

De taalhulp vertaalt dat als: “I would like to give you information about our services. It is important that you know what to expect from us.”

  • Ondersteun je gesprek met foto’s en ander beeldmateriaal, non-verbale communicatie, … 
      
  • De taalhulp is geen gecertificeerde sociaal tolk. Er zijn enkele risico’s. Is het gesprek complexer dan verwacht? Schakel dan een ander taalhulpmiddel in. De taalhulp zal de boodschap misschien niet meer correct en/of volledig kunnen tolken.

Meer weten?

Afbeelding

DELEN